Als er een ziekte wordt geconstateerd vragen we al snel: “Is het ernstig?”. Het is nog belangrijker deze vraag te stellen als het om de geestelijke ziekte van de zonde gaat. Veel mensen geven graag toe dat ze zondaars zijn, omdat ze er geen idee van hebben wat dat betekent. Ze doen het af als “gewoon de menselijke natuur” of ze verbergen zich achter het feit dat iedereen wel zonde doet. Maar met deze verklaringen ontwijken ze de eigenlijke vraag: hoe ernstig is de zonde? Hier volgen een aantal uitspraken uit de Bijbel over jou als zondaar:

1. Je bent verlaagd.

Dit betekent niet dat je zo slecht bent als het maar kan of dat je ieder ogenblik alle mogelijke zonden begaat die je maar bedenken kunt. Het betekent ook niet dat je het goede niet van het kwade kunt onderscheiden of dat je geen fijne dingen doet of hulpvaardig bent. Maar het houdt in dat de zonde tot elk gedeelte van je natuur en karakter is doorgedrongen – je gedachten, wil, gevoel, geweten, stemming en fantasie. Het hart is het meest bedrieglijke ding dat bestaat. Het is door en door slecht. De kern van het probleem is niet dat wat je doet, maar wat je bent! Je zondigt omdat je een zondaar bent!

2. Je bent verontreinigd.

De Bijbel draait er niet omheen: “Uit je innerlijk, je hart, komen slechte gedachten voort, hoererij, diefstal, moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, losbandigheid, jaloezie, gevloek, hoogmoed, onverschilligheid”. Zie je dat deze opsomming gedachten, woorden en daden betreft? In Gods ogen zijn namelijk alle zonden even ernstig. Sommige mensen beperken hun voorstelling van de zonde tot dingen als moord, overspel en diefstal. Maar de Bijbel geeft ons geen enkele reden voor zo’n beperkte voorstelling. Alles wat niet aan Gods perfecte maatstaven voldoet, is zonde. “Is er iemand die kan zeggen: ‘Ik heb mijn hart gereinigd en ben gezuiverd van mijn zonde’?”. Kun jij dat? Als je het niet kunt dan ben je verontreinigd.

3. Je bent rebels.

De Bijbel leert dat de zonde een overtreding van Gods wet is, opzettelijke rebellie tegen Gods gezag en Gods wet. Geen burgerlijke wet dwingt je om te liegen, te bedriegen, onreine gedachten te hebben of om op een andere manier te zondigen. Jij kiest daar zelf voor. Jij kiest ervoor om Gods wet te overtreden. Je bent Hem opzettelijk ongehoorzaam, en dat is heel ernstig, want God is een rechter die altijd eerlijk vonnist. God kan niet ‘mild’ zijn als het om de zonde gaat, en je kunt er zeker van zijn dat geen enkele zonde onbestraft blijft.

Een gedeelte van die straf krijgen we in dit leven (ook al ervaar je het misschien niet zo). Maar de uiteindelijke straf vindt na de dood plaats, wanneer op de dag van het oordeel wij ons persoonlijk voor God moeten verantwoorden.

Bron: Blanchard, John (1996) Levensbelangrijke vragen, Heelsum: Zakbijbelbond Nederland.