Als Jezus overgevaren is naar de overkant, komt Jaïrus naar Hem toe. Hij smeekt Jezus dringend of Hij zijn stervende dochtertje de handen wil opleggen, zodat ze zal genezen. Plotseling komt er een vrouw naar Hem toe en raakt Hem aan.

Lees Marcus 5: 21-43

De vrouw, die Jezus aanraakt, lijdt al jaren aan bloedverlies. Ze is allerlei artsen langsgeweest, maar tevergeefs. Niemand kon haar genezen. Eén ding gelooft ze vast en zeker: ze moet bij Jezus zijn! Van Hem gaat zoveel kracht uit, dat ze alleen maar Zijn kleed hoeft aan te raken, en ze zal genezen. Wat een geloof heeft deze vrouw!

Jezus wil weten wie Hem heeft aangeraakt

Nadat deze vrouw Jezus’ kleed heeft aangeraakt, merkt ze dat het bloeden is gestopt. Ze voelt dat ze is genezen. Dan draait Jezus zich om naar de menigte mensen om Hem heen en vraagt wie Zijn kleren toch heeft aangeraakt. Zijn discipelen vinden die vraag wat vreemd. Er zijn zoveel mensen, dus zo vreemd is het toch niet dat iemand Hem heeft aangeraakt? Maar Jezus weet dat er kracht van Hem is uitgegaan (vers 30).

Dan wordt de vrouw die Hem heeft aangeraakt, bang. Ze werpt zich neer voor Jezus’ voeten en kan niet anders dan Hem de volle waarheid te vertellen. Maar Jezus is niet boos op haar. De woorden die Hij tot haar spreekt zijn zo liefdevol, zo bemoedigend (vers 34):

“Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal.”

Het is zo mooi dat Jezus haar hier ‘dochter’ noemt. Als Jezus een vrouw ‘dochter’ noemt, neemt Hij haar aan als Gods kind. Hoe bijzonder is dat!

Jaïrus dochter opgewekt uit de dood

De vrouw heeft voor oponthoud gezorgd. Hierdoor kan Jaïrus dochtertje niet meer geholpen worden. Wat een ellende. Mensen uit Jaïrus’ huis brengen het bericht dat zijn dochter inmiddels is overleden. “Waarom zou u de meester nog lastig vallen?” zeggen zij.

Maar Jezus heeft nooit haast. Voor Hem is het nooit te laat om te hulp te schieten. Hij heeft alle tijd. Hij zegt tegen Jaïrus: “Wees niet bang. Geloof alleen.”

Als Jezus het huis van Jaïrus binnenkomt, treft Hij huilende mensen aan. “Waarom maken jullie misbaar en waarom huilen jullie?” vraagt hij. “Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.” Jezus heeft alle macht, ook over de dood.

De mensen lachen Jezus uit om Zijn woorden. Maar voor Jezus is de dood slechts een slaap. Hij pakt de hand van het kind, zegt dat ze moet opstaan, en kijk, ze doet wat Hij zegt. Wat een wonder!

Voor deze week:

-Jezus noemt de vrouw die Hem heeft aangeraakt, ‘dochter’. Lees ook 2 Kor. 6:18. Wat betekent het om een ‘zoon’ of ‘dochter’ van God te zijn? Durf jij jezelf zoon of dochter van God te noemen? Waarom wel/niet?

- Dit bijbelgedeelte gaat over twee gebeurtenissen: de genezing van de vrouw die lange tijd leed aan bloedverlies en de opwekking van het dochtertje van Jaïrus uit de dood. Wat hebben beide gebeurtenissen met elkaar gemeen?

- Hoe gaat Jezus om met Jaïrus en de vrouw die leed aan bloedverlies? Wat kun jij hiervan leren?

Wat je moet weten over het Evangelie van Marcus

In de tijd van de Bijbel hadden ‘rabbi’s’ (geleerden) meestal leerlingen. Toen Jezus, Gods Zoon, op aarde was, had hij óók leerlingen. Eén van deze leerlingen was Petrus. Nadat Jezus weer was opgevaren naar de hemel, heeft Petrus’ leerling Marcus het Evangelie van Marcus geschreven. Marcus heeft Jezus Zelf op aarde niet meegemaakt. Maar Petrus heeft hem wel verteld welke wonderen Jezus op aarde deed, hoe Hij zich gedroeg en wat Hij zei. Dat alles heeft Marcus opgeschreven en zo ontstond het Evangelie van Marcus. Het woord ‘Evangelie’ komt uit het Grieks en betekent ‘goede boodschap’. Het Evangelie van Marcus gaat ook over een goede boodschap: de komst van Gods Zoon Jezus, de Redder, op aarde. Hij kwam op aarde met dit doel: God en mensen weer bij elkaar brengen. Daarover lees je uitvoerig in dit mooie bijbelboek.