Johannes riep de mensen op tot boetedoening omdat Jezus zou komen. Nu Jezus Zelf gaat prediken, brengt hij goed nieuws: ‘Het rijk van God’ is nabijgekomen. Jezus roept ook enkele volgelingen van Johannes om óók dit blijde nieuws te verkondigen.

Lees Marcus 1: 14-20

Johannes de Doper is gevangengenomen (vers 14) en kan dus Jezus’ komst niet meer aankondigen en het volk niet meer oproepen tot bekering en boetedoening. Maar de man die hij aankondigde, komt nu zelf naar de mensen toe. Er is dus heel wat veranderd.

Wat is er precies veranderd?

Johannes kon de mensen geen vergeving van hun verkeerde daden geven. Jezus kan dat wél. Hij is zelf de garantie van de vergeving. Doordat Hij straks de straf gaat dragen die de mensen hebben verdiend door hun ongehoorzaamheid aan God, is God niet kwaad meer. Jezus gaat ervoor zorgen dat mensen weer een nauwe relatie met God kunnen aangaan. In eerdere profetieën die zijn komst voorspelden, is Jezus niet voor niks ‘Immanuel’ genoemd. Die naam betekent: ‘God met ons.’ Jezus is niet alleen de garantie van de vergeving, maar ook van het hemelrijk. Jezus is zelf een vertegenwoordiger van het hemelrijk. Vanwege Hem staat de deur van het hemelrijk voor de mensen open.

De roeping van discipelen

Jezus roept Andreas, Johannes, Jacobus en Simon als zijn discipelen oftewel leerlingen. Uit Johannes 1:35-43 blijkt dat zij behoorden tot de volgelingen van Johannes de Doper. In die tijd hadden veel leraren een aantal leerlingen. Hier is er wel een duidelijk verschil: normaal gesproken kiest een leerling zelf zijn leraar. Hier kiest Jezus zelf zijn leerlingen uit.

Jezus ziet Simon en Andreas terwijl ze aan het vissen zijn. Hij zegt tegen hen (vers 17):

“Kom achter mij aan. Ik zal maken dat u vissers van mensen wordt.”

Voortaan zullen Simon en Andreas op een andere manier vissen. Ze mogen andere mensen vertellen over het goede nieuws van het rijk van God. Zij zullen mensen inwinnen voor de dienst van God. Deze roeping is vrij radicaal. Simon en Andreas verlaten direct de boot van hun vader en volgen Jezus. Het valt op dat Jezus hen roept om achter Hem aan te komen. Jezus is dus duidelijk de Gids die hen ergens naartoe brengt. Hij zélf is de Leider.

Voor deze week

– Jezus riep Simon en Andreas om achter Hem aan te komen. Laat jij ook Jezus vooraan gaan en de koers van je leven bepalen of bepaal je zelf de koers?

Wat je moet weten over het Evangelie van Marcus

In de tijd van de Bijbel hadden ‘rabbi’s’ (geleerden) meestal leerlingen. Toen Jezus, Gods Zoon, op aarde was, had hij óók leerlingen. Eén van deze leerlingen was Petrus. Nadat Jezus weer was opgevaren naar de hemel, heeft Petrus’ leerling Marcus het Evangelie van Marcus geschreven. Marcus heeft Jezus Zelf op aarde niet meegemaakt. Maar Petrus heeft hem wel verteld welke wonderen Jezus op aarde deed, hoe Hij zich gedroeg en wat Hij zei. Dat alles heeft Marcus opgeschreven en zo ontstond het Evangelie van Marcus. Het woord ‘Evangelie’ komt uit het Grieks en betekent ‘goede boodschap’. Het Evangelie van Marcus gaat ook over een goede boodschap: de komst van Gods Zoon Jezus, de Redder, op aarde. Hij kwam op aarde met dit doel: God en mensen weer bij elkaar brengen. Daarover lees je uitvoerig in dit mooie bijbelboek.