Veel mensen gingen naar Johannes toe om gedoopt te worden. Ze lieten daarmee zien dat ze zondig waren en dat ze vergeving verlangden. Kijk eens wie óók Johannes opzoekt om gedoopt te worden? Jezus, Gods Zoon! Hij heeft nooit zonden gedaan en tóch wil Hij gedoopt worden.

Lees Marcus 1:9-13

Je kunt je voorstellen dat Johannes heeft geaarzeld om Jezus te dopen. Niet alleen Marcus, maar ook Mattheus beschrijft Jezus’ doop. Volgens Mattheus zou Johannes toch even getwijfeld hebben of hij Jezus moest dopen. Hij zegt tegen Jezus: “Ik zou door u gedoopt moeten worden, en nu komt u tot mij?” (Mattheus 3:14). Jezus geeft als antwoord dat Hij nu moet doen wat eerder door God is besloten. Hij móet gedoopt worden.

Waarop tóch gedoopt?

Inderdaad heeft Jezus nooit iets verkeerds gedaan. Maar ‘de zondelast van de mensen’ is op Hem gelegd (2 Korintiers 5:21). Jezus doet dus alsof Hij degene is die zonden heeft begaan. Daarom moet hij – net als alle zondige mensen – óók gedoopt worden. De doop is hier een ritueel dat de vergeving van zonden uitbeeldt. De gedoopte belijdt zijn zonden en geeft te kennen dat hij of zij voortaan wil leven zoals God het wil.

Al die mensen die naar Johannes komen om gedoopt te worden, hebben in hun leven allerlei verkeerde dingen gedaan. Ook mensen die in later eeuwen geboren worden, doen dingen die God pijn doen. God zou hun daarom moeten straffen. Maar Jezus zal straks deze straf dragen in hun plaats. Zo zal hij ervoor zorgen dat veel mensen vrijuit gaan en van God vergeving van zonden ontvangen. Pas als de zonde bestraft is, kan God deze vergeven.

God neemt genoegen met Jezus

Net nadat Jezus is gedoopt, komt er ineens een stem uit de hemel. Het is de stem van God (vs. 11):

“U bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in U heb Ik welbehagen”

“In U heb ik welbehagen” betekent zoiets als: “met U neem ik meer dan genoegen”. Er is geen twijfel mogelijk: Jezus is Gods Zoon die op aarde zou komen. Stel dat je bij de doop van Jezus aanwezig was en je afvroeg of Hij wel écht Gods Zoon is, dan wist je het nu: Ja, Hij ís de langverwachte Zoon van God die op aarde zou komen!

Geleid door de Heilige Geest

Jezus’ komst is al lang tevoren voorspeld. Hij heeft een bijzondere taak te vervullen. Daarom rust de Geest van God (of: de Heilige Geest) op Hem (vs. 10). De Heilige Geest daalt op Hem als een duif. De duif is als het ware het symbool voor de Heilige Geest. God Zelf is met Jezus bij het vervullen van de bijzondere taak die Hij op aarde gaat verrichten. Al aan het begin van die taak heeft Hij het niet gemakkelijk. Hij wordt beproefd in de woestijn (vs. 13) door de satan, de boze geesten die Gods werk kapot willen maken.

Voor deze week

– Waarom is het zo belangrijk dat God over Jezus zegt: ‘in U heb ik welbehagen’? (in eenvoudige woorden: met U neem ik meer dan genoegen)

– Jezus droeg de zondelast van de mensen (2 Korinthiers 5:21). Wat betekent dit voor jou?

– Hoe weet je zeker dat Jezus ook jouw zonden heeft gedragen en jij vergeving van zonden hebt ontvangen? Moet je daar iets voor doen? Lees Johannes 3: 16.

– Als Gods stem uit de hemel klinkt, worden eerdere voorspellingen werkelijkheid. Lees Psalm 2. Welke tekst wordt er op dat moment vervuld?

Wat je moet weten over het Evangelie van Marcus

In de tijd van de Bijbel hadden ‘rabbi’s’ (geleerden) meestal leerlingen. Toen Jezus, Gods Zoon, op aarde was, had hij óók leerlingen. Eén van deze leerlingen was Petrus. Nadat Jezus weer was opgevaren naar de hemel, heeft Petrus’ leerling Marcus het Evangelie van Marcus geschreven. Marcus heeft Jezus Zelf op aarde niet meegemaakt. Maar Petrus heeft hem wel verteld welke wonderen Jezus op aarde deed, hoe Hij zich gedroeg en wat Hij zei. Dat alles heeft Marcus opgeschreven en zo ontstond het Evangelie van Marcus. Het woord ‘Evangelie’ komt uit het Grieks en betekent ‘goede boodschap’. Het Evangelie van Marcus gaat ook over een goede boodschap: de komst van Gods Zoon Jezus, de Redder, op aarde. Hij kwam op aarde met dit doel: God en mensen weer bij elkaar brengen. Daarover lees je uitvoerig in dit mooie bijbelboek.