Mag een man scheiden van zijn vrouw? Met deze vraag komen farizeeën, joodse geleerden, naar Jezus toe. Het is echter niet een vraag waar de farizeeën graag een antwoord op willen omdat ze dit zelf niet hebben. Nee, ze willen Jezus alleen maar in de val lokken.

Lees Marcus 10:1-12

Letterlijk vragen de farizeeën aan Jezus of een man zijn vrouw mag verstoten. Maar met dit verstoten wordt echtscheiding bedoeld. Joodse geleerden waren het er over eens dat echtscheiding in principe niet mag. Maar zij discussieerden er wel over op welke gronden een man wél van zijn vrouw mocht scheiden. Over dit punt was niet iedereen het met elkaar eens.

In de wet van God die zij hanteerden, staat, dat als iemand “die een vrouw gehuwd heeft en niet meer van haar houdt omdat hij iets onbehoorlijks bij haar heeft ontdekt”, haar een scheidingsbrief stuurt (Deuteronomium 24). Blijkbaar is het dus geoorloofd om te scheiden?

Strikvraag

De vraag die de farizeeën aan Jezus stellen, lijkt dan ook heel begrijpelijk. Maar Jezus kent hun hart en Hij weet dat ze Hem alleen maar op de proef willen stellen. Als Jezus zegt dat echtscheiding niet geoorloofd is, kunnen ze hem ervan betichten dat Hij Gods wet niet naleeft. In de wet die God heeft gegeven aan Mozes (vandaar dat deze wet ook ‘de wet van Mozes’ wordt genoemd), wordt scheiding immers min of meer toegestaan. Maar stel dat Jezus zegt dat echtscheiding wel is toegestaan? Dan spreekt Hij Zichzelf tegen. Jezus heeft zich immers al meerdere keren uitgelaten tegen echtscheiding. Ook in dat geval kunnen ze Hem dus ergens van betichten.

Het antwoord van Jezus

Wat geeft Jezus de farizeeën als antwoord? Hij vraagt hun heel eenvoudig wat er in de wet van Mozes staat. Ze antwoorden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsakte te schrijven en haar dan te verstoten.”

Hierop geeft Jezus het volgende antwoord: (vers 5-9)

“Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u dat voorgeschreven. Maar vanaf het begin van de schepping heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen tot één zijn. Ze zijn dus niet meer twee, maar één. Dus: wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.”

Jezus citeert nog eens uit de wet van Mozes. Hij laat ook zien dat de vraag van de farizeeën verraadt hoe hun hart is. Ze zijn ‘harteloos en koppig’.

Jezus' leerlingen

Jezus herhaalt min of meer wat hij al eerder heeft gezegd:

“Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt echtbreuk tegenover haar, en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.”

Het eerste huwelijk is dus in principe maatgevend, ook als iemand voor de tweede keer trouwt en dus met de tweede echtgenote of echtgenoot een verplichting heeft aangegaan. Juridische regels kunnen het een en ander wel in banen leiden, maar deze veranderen niet de verplichting die men heeft ten aanzien van God en de eerste echtgenoot of echtgenote.

Voor deze week

- De farizeeën wilden Jezus in de val lokken. Jezus heeft dit door en ontmaskert hen. Wat vind je van Zijn antwoord?

- Denk na over vers 6-9. Wat vind je hier mooi aan?